Vooralsnog moeten we het doen met veel natte binnenblijfavonden. Tussen de buien door af en toe naar buiten om onszelf er van te vergewissen dat het wel nog steeds juni is. Prutweer. Meestal gevolg door een bloedhete zomer, niet iets om naar uit te kijken. Het weer lijkt ook bekeerd tot het extremisme. Enkele weken geleden zag het er anders uit en was het nog zweten geblazen in het houten hutje dat we bij een drukbezochte zwijnenplek hebben geplaatst. Het onaangename gezelschap bestond uit muggen en knutjes, het aangename bezoek tijdens het lange wachten kwam van een bang woelmuisje dat zijn gulzigheid moest bekopen met een onverwachte avond met mij in de hut. Buiten werd het voorprogramma verzorgd door een koppel blauwborsten en een handvol bruine ratten. Toen het echt donker werd klonk er vanuit het riet plots luid gespetter, gekraak, gesmak en geknor en binnen no-time stonden er zo’n 30 wilde zwijnen in alle leeftijden voor de hut. Mixed grill op mes-en-vork-afstand. Genieten met ingehouden adem, af en toe een foto maken. Dat laatste was nog niet zo eenvoudig, aangezien de ISO-waarden de trap op waren gevlucht. Hoog en droog. Uiteindelijk zette ik de knop om en waren scherpe foto’s niet meer het belangrijkste. De sfeer van het moment, dat was wat telde. Zoals hier een vluchtige ontmoeting tussen moeder en kind, temidden van een vraatzuchtige massa harig spek. Na 20 minuten was het spek-takel voorbij en kon ik tevreden knorrend naar huis.