Onze gezinsvakantie ging dit jaar naar Scandinavië, Zweden om precies te zijn. De zomers zijn daar minder warm en het wisselende weer kan voor speciale omstandigheden zorgen, zoals dampende mist tussen de bomen op de berghellingen. Van horen zeggen althans. De werkelijkheid was zoals zo vaak weerbarstiger: het was er net als hier bloedheet, met strakblauwe luchten en stoffig vanwege een langdurig gebrek aan hemelwater. Een spectaculaire waterval leek meer op de lekkende kraan in onze keuken: af en toe een druppel en als je even niet op let mis je hem ook nog. Het programma hebben we er maar op aangepast. Nauwelijks gewandeld, kanovaren bestond uit korte sprintjes van schaduwzone naar schaduwzone, zwemmen leek ineens een goed idee en ik heb in twee weken meer boeken gelezen dan in de afgelopen vier jaar bij elkaar. Maar desondanks was het mooi en aangenaam. Een paar ochtenden om 4 uur op pad gaan leverde nog aardig wat wild op, met name rond de graanakkers, en zelfs enkele slierten mist boven de rivier. Een enkele keer kwamen ree en mist zelfs samen in één beeld.