Lang geleden, ergens begin deze eeuw, zette ik mijn eerste stapjes in de serieuze fotografie met de Canon AV-1 die ik van mijn buurman kon overkopen. Geen idee welke merken er nog meer waren, het overkwam me toen gewoon. Sindsdien heb ik bijna 20 jaar met Canon gewerkt, tot er afgelopen september een einde kwam aan die relatie en ik ben overgestapt op een nieuwer en strakker merk: Sony. Dat is op zich totaal niet relevant, want mijn foto’s worden er echt niet beter van. Maar voor wie zelf tegen een overstap aan hikt, zijn mijn overwegingen voor het maken van die overstap wellicht wel interessant. Daarom bij deze.
Tevreden met Canon
Nooit heb ik de behoefte gehad naar een ander merk over te stappen. Enerzijds omdat soms het ene merk een technologische voorsprong had en dan weer het andere, maar vooral ook omdat ik mezelf altijd de vraag stelde of ik bepaalde foto’s niet had kunnen maken vanwege de beperkingen in mijn apparatuur Het antwoord was altijd ‘nee’ en dus bleef ik rustig met Canon fotograferen. Naar volle tevredenheid.
De eerste keer dat ik voorzichtig ging denken over een switch was begin 2018 toen mijn 5D Mark III op zijn laatste benen richting graf wankelde. Het ding was op. Net daarvoor had ik de Sony A9 van Floris Smeets in actie gezien en uiteraard was ik ook niet blind voor de rappe ontwikkelingen van dat merk. Van een testperiode kwam het echter door omstandigheden niet, waarna ik mijn 5D3 upgrade naar een 5D Mark IV. Geen probleem nog een drietal jaren door te fotograferen met spullen die ik zo goed kende, en dan nog eens opnieuw te kijken hoe het er voor stond. Ik schuif grote beslissingen nu eenmaal graag voor me uit.
De briljante Eye-AF zorgt dat je je op de compositie kan richten in plaats van constant het autofocuspunt te moeten verplaatsen.
Maandagochtendmodel
Dat was echter buiten de kwaliteitscontrole van Canon gerekend. Nadat ik ooit eerder al autofocusproblemen met de 1D Mark III had gehad, bleek ik ook nu een maandagochtendmodel te hebben gescoord. De eerste maanden merkte ik er niks van omdat ik landschappen fotografeerde met klein diafragma en met doorgaans handmatige scherpstelling of autofocus via live view. Vanaf de zomer ging ik echter zoogdieren fotograferen en toen werd me al snel pijnlijk duidelijk dat er iets niet klopte. 70% van de foto’s was onscherp. Niet door beweging van mij of mijn onderwerp, niet vanwege een te lange sluitertijd. Vaak zat de scherpte op een volstrekt onlogische plek elders in beeld. Ik begon screenshots uit Lightroom te verzamelen (via een plugin) die lieten zien waar het scherpstelpunt zat. Die matchten totaal niet met de plek waar de scherpte zat.
Om een lang verhaal iets korter te maken: na een enorm frustrerende reis naar Kenia in het najaar en een boel contact met Canon CPS (samengevat: het kon niet aan de camera liggen) hebben ze de camera uiteindelijk drie keer in hun bezit gehad. De eerste keer werd er enkel gekalibreerd en gereinigd, de tweede keer werd ie goed bevonden maar waren uit ‘coulance’ wel alle belangrijke onderdelen vervangen. De onscherp-score ging naar 50%, nog steeds volstrekt onacceptabel. De derde keer werden zowel camera als lenzen op elkaar afgesteld. Dat had ik allemaal al gedaan of laten doen, er was geen twijfel dat de camera de enige zwakke schakel was. Uiteindelijk werd de camera na lang aandringen vervangen door een nieuwe camera, maar op dat moment was ik zo klaar met de wijze van (niet) afhandeling door Canon CPS, dat ik mentaal een grote stap dichter bij een overstap was gekomen.
Canon spiegelloos
In de tussentijd kwam Canon met hun eigen spiegelloze camera’s en de bijbehorende lenzen met de nieuwe RF-vatting. Hoewel de camera’s mij niet direct aanspraken, was wel duidelijk dat er in de nabije toekomst van Canon iets te verwachten viel op dat vlak. Zou ik toch bij Canon blijven, had ik na verloop van tijd dus ook al mijn EF-lenzen moeten omruilen voor RF-lenzen. Voor altijd werken met adapters sprak me niet aan, en bovendien benut je de mogelijkheden van de sensor niet optimaal met EF-lenzen. En hoe langer ik zou wachten met omruilen, hoe kleiner de afzetmarkt voor mijn EF-lenzen. Beter nu dan later dus, wilde ik er nog een redelijke prijs voor kunnen krijgen. En de RF-lenzen zijn groter, lomper en zelfs nóg duurder dan de Sony FE-lenzen.
Ik werkte al jaren met een camera uit de 5D-serie, met het idee dat het een alles-in-een camera was. Ik fotografeer nu eenmaal alles van dieren tot landschappen en abstract. Ik kwam er echter steeds meer achter dat zo’n alles-in-een camera niet bestaat, je legt eigenlijk op alle vlakken wat toe. Dus wilde ik terug naar een duo van actiecamera en een generieke camera. Bij Canon zou enkel de 1D in aanmerking komen als actiecamera. Los van alle problemen die daar mee kunnen voorkomen (Google maar eens), is de prijs me veel te gortig. Binnen de generieke camera’s vond ik er geen met voldoende beeldkwaliteit EN een degelijke autofocus. Ja, de 5D, maar als tweede body was die me toch wat te gortig.
What you see is what you get. Loopt je onderwerp ineens het zonlicht in, zie je direct in je zoeker dat je je belichting moet aanpassen.
Waarom Sony?
Enter Sony. Hun line-up is heel duidelijk opgebouwd. De A9 is de onbetwiste actiekoning, en nog een stuk betaalbaarder dan de Canon-variant (of Nikon) ook. Daarnaast had ik de keuze uit een landschapscamera met redelijke autofocus (A7R3), een camera met uitmuntende prestaties in het donker, maar trage autofocus (A7S) of het instapmodel (de A73), dat zo geweldig uit de test komt qua prestaties bij weinig licht, dynamisch bereik én autofocus. Die laatste is het geworden. Het relatief lage aantal MP van beide camera’s (24) is geen enkel obstakel, dat is voor mij meer dan genoeg. Ik crop niet tegen de klippen van de hel op en hoef geen afdrukken op formaatje kantoorwand te maken. Dus 42 MP of zelfs 61 MP (A7R4) is voor mij eerder een minpunt dan een pluspunt. Dat vond mijn computer ook.
Gewicht en omvang waren voor mij geen criteria in de afweging, waardoor Fuji en Olympus (beide geen fullframe, beperkt lenzenaanbod, kleine tweedehandsmarkt) al snel afvielen. Daar kwam bij dat de snelheid waarmee Sony en derde merken met lenzen voor de FE-mount uitkomen het vertrouwen geeft dat er flink wat te kiezen zal zijn. Het grote aantal overstappers op Sony doet vermoeden dat er een levendige tweedehands markt zal ontstaan, wat ik ook een belangrijk punt vind, zowel qua aankoop als verkoop.
Het klapscherm gaf me de kans uit het raampje te gaan hangen en met de camera laag boven de grond te fotograferen. De Eye-AF deed de rest.
Modelkeuze
Uiteindelijk heb ik dus gekozen voor een A9 en een A73. De overstap gaf me meteen de kans de lenskeuze helemaal opnieuw te maken. Alle EF-lenzen gingen er immers uit, want werken met adapters van EF-FE is hit and miss en juist die mogelijke frustratie wilde ik kwijt met deze overstap. Ik koos voor de 16-35 en 24-70, een 100-400 en een 400 met een 1.4x converter. Geen 70-200 meer, die gebruikte ik te weinig. Geen 2x meer want die is bij Sony ondermaats. En geen ‘trucjes-lenzen’ meer, waardoor ik weer volledig ben aangewezen op mijn oog en creatieve brein. En dat bevalt prima. De 200-600 leek een ideale safari lens, maar voor de overige 48 weken per jaar is ie minder geschikt. Er zit dan een groot gat tussen de 24-70 en 200-600 en bovendien is de minimale scherpstelafstand ongeveer 3 meter. Dat is veel te veel voor een fotograaf die graag abstracte foto’s van de bodem maakt. Een trapladder past niet in de rugzak.
Plussen en minnen
Is het dan alleen maar hosanna allemaal? Nee, natuurlijk niet. Maar de mogelijke nadelen heb ik in de overweging meegenomen. Onder aan de streep bleken ze totaal niet op te wegen tegen de voordelen.
Plus
Min
Nooit gedacht dat ik ooit nog een actiefotograaf zou worden. De super AF en de prestaties bij hoge ISO bieden me plots de mogelijkheid.
Samengevat en conclusie
Samengevat nog eens mijn overwegingen, voor wie het bovenstaande te lang vond:
En die laatste is het allerbelangrijkst. De gemiste kansen zijn er niet meer, de angst bij het terugkijken van foto’s is er niet meer. Ik ga weer met plezier en vertrouwen op pad. De camera’s (met name de A9) hebben me zelfs extra kansen te bieden. Ik was voorheen een langzame fotograaf, maar de mogelijkheden van de A9 hebben me de eerste stappen in de actiefotografie laten zetten, met resultaten waarvan ik nooit had gedacht dat ik ze zou kunnen maken. Ik sta weer te popelen om naar buiten te gaan, dat was afgelopen jaar wel anders.
Voor mij was de overstap dus de enig juiste oplossing en eentje waar ik achteraf in meerdere opzichten enorm blij mee ben. Niet ieders overwegingen zijn echter dezelfde (your mileage may vary), dus vraag je goed af of een overstap iets voor je oplost, of dat je het enkel zou doen omdat het blijkbaar in de mode is van merk te wisselen. Zeker omdat het financieel nooit een goed idee is de stap te zetten, moet er voldoende ‘winst’ op ander vlak tegenover staan. Voor mij was daarbij Sony de enige logische optie, maar is gewicht en handzaamheid belangrijk, en een fullframe sensor niet, dan hebben Olympus en Fuji je wellicht veel te bieden. De eerste vraag die je je altijd zou moeten stellen, en die geen enkele camerazaak je stelt is de volgende: wat en hoe ga ik fotograferen.