Not much time for photography last weekend and, frankly, not much inspiration and motivation. I used the spare time for computer work and processing a backlog of images. So here’s a shot from three weeks ago. This is the Klein Hasselsven in the Leenderbos close to my home. This small fen is of a specal kind, namely a ‘pingo’. It’s a deep, circular fen, with soggy vegetation in the middle and surrounded by heather and juniper trees. Here’s the (Dutch) Wikipedia entry:
Een pingo (Inuktitut voor kleine heuvel) is een bolvormige heuvel die ontstaat in een gebied met permafrost waar door het uitzetten van bevroren / bevriezend grondwater (hydrostatische druk) een laag bevroren grond wordt opgetild. De kern van een pingo, die soms nauwelijks kleiner is dan de totale pingo zelf, bestaat uit een lensvormig lichaam van zuiver ijs. Pingo’s worden tot 90 meter hoog met een doorsnede van soms meer dan 2 kilometer en zijn meestal rond of ovaal van vorm. Hedendaagse pingo’s komen voor in continentale toendra’s en bevinden zich overwegend tussen 65 en 75 graden noorderbreedte. Door het scheuren van de bovenlaag wordt de ijslaag blootgesteld aan de zon en dan kan een krater of meer ontstaan.
Als het klimaat warmer wordt, bijvoorbeeld aan het einde van een ijstijd, blijft van een pingo een cirkelvormig meer of krater over die pingoruïne wordt genoemd. Veel pingoruïnes worden na het afsmelten van het ijs langzaam opgevuld met veen. Dit opvullen kan vele duizenden jaren in beslag nemen. Doordat in het water in pingoruïnes veel pollen en zaden van planten terechtkomen, wordt in het veen informatie opgeslagen over de vegetatie. Deze informatie kan gebruikt worden om het klimaat dat tijdens de opvulling heerste te reconstrueren. Om deze reden zijn pingoruïnes bij Kwartairgeologen erg in trek als klimaatarchieven. Pingoruïnes kunnen gedateerd worden door middel van bijvoorbeeld tephrochronologie (op basis van in de afzetting gevonden vulkaanas).
In Nederland komen pingoruïnes met name voor in het grensgebied van Groningen, Friesland, kop van Overijssel en Drenthe. Een prachtig exemplaar is het Esmeer tussen Veenhuizen en Bovensmilde. In de kop van Overijssel, te Steenwijkerwold, ligt een kleine pingoruïne. Ook de meertjes op de Kampsheide bij Balloo en in het Nieuwe Veen in Bruchterveld zijn pingoruïnes. Bij het ven “De Wieke” in het Daarlerflier ten zuidwesten van Daarle is een pingoruïne te vinden. Het Uddelermeer op de Veluwe is waarschijnlijk een pingoruïne. In het Leenderbos is het Klein Hasselsven een voorbeeld van een pingo-ruïne. In België komen pingoruïnes voor op de Hoge Venen in de provincie Luik.
Klein Hasselsven; Canon 5D Mark II w. 17-40/4L; 1/2s at F16 and ISO200; ND grad filter; tripod